voorlopige tenuitvoerlegging

I.Geldsomveroordelingen uitgesproken in zaken die (in eerste aanleg) aanhangig zijn gemaakt vóór 1 november 2015 Zie: art. 1397, 1398 en art. 1495 tweede lid (oud) Ger.W. Principe: verzet en hoger beroep hebben een schorsende werking Als principe geldt artikel 1495 tweede lid: Een geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt vaneen eindvonnis waartegen nog gewone rechtsmiddelen openstaan (verzet én/of hoger beroep) kan niet ten uitvoer gelegd vóór het verstrijken van één maand na de betekening van de beslissing. Met andere woorden: het instellen van verzet en hoger beroep heeft in principe een schorsende werking. Voor een geldsomveroordeling die niet voorlopig uitvoerbaar is, werkt niet enkel het effectief instellen van het rechtsmiddel van verzet of van hoger beroep tegen de beslissing schorsend op het vlak van de uitvoerbaarheid, maar ook het lopen zelf van de termijn waarbinnen een van deze gewone rechtsmiddelen kan worden ingesteld


  Uitzondering op de schorsende werking van verzet en hoger beroep: uitvoerbaarheid bij voorraad van rechtswege of ingevolge bevel van de rechter op verzoek van de eiser

   Op het principe van de schorsende werking van verzet en hoger beroep bestaat wel een uitzondering: wanneer de rechter de voorlopige tenuitvoerlegging van de uitspraak heeft toegestaan (art. 1398 eerste lid oud Ger.W.) of wanneer de beslissing van rechtswege uitvoerbaar is bij voorraad. Is de geldsomveroordeling voorlopig uitvoerbaar verklaard, dan hebben noch het effectief instellen van het gewoon rechtsmiddel van verzet en/of hoger beroep (ar. 1397), noch de termijn waarbinnen één van deze gewone rechtsmiddelen kan worden ingesteld (art. 1495 tweede lid) een schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de beslissing .

 

  II. Geldsomveroordelingen uitgesproken in zaken die (in eerste aanleg) aanhangig zijn gemaakt na 1 november 2015 : Zie: art. 1397, tweede lid en art. 1495 tweede lid (nieuw) Ger.W. (zoals gewijzigd bij wet van 19 oktober 2015)  Principe: uitvoerbaarheid bij voorraad van een op tegenspraak gewezen eindvonnis, geen uitvoerbaarheid van bij verstek gewezen eindvonnis, schorsende werking van verzet én van verzetstermijn Een geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een op tegenspraak gewezen eindvonnis waartegen hoger beroep openstaat, kan voorlopig ten uitvoer worden gelegd. Noch het lopen van de termijn om hoger beroep in te stellen, noch het effectief aanwenden van dit rechtsmiddel heeft schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van die beslissing (art. 1397, tweede lid, zoals gewijzigd na Potpourri I). Een geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een bij verstek gewezen beslissing (ongeacht of het eindvonnis dan wel een beslissing alvorens recht te doen betreft) waartegen verzet openstaat, is niet vatbaar voor voorlopige tenuitvoerlegging (art. 1495 tweede lid). Het lopen van de termijn om verzet in te stellen tegen een verstekvonnis heeft schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de beslissing. Het lopen van de termijn van hoger beroep heeft daarentegen geen schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de beslissing (art. 1495, tweede lid). Ook het effectief instellen van verzet heeft schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de bestreden beslissing, tot wanneer over dit rechtsmiddel uitspraak is gedaan (art.1397, eerste lid, zoals gewijzigd na Potpourri I).  Uitzondering op de niet-schorsende werking van het hoger beroep tegen tegensprekelijke vonnissen en de schorsende werking van verzet én van de verzetstermijn tegen verstekvonnissen Op de principes van de uitvoerbaarheid bij voorraad en niet-schorsende werking van het hoger beroep

  (tegen eindvonnissen op tegenspraak) enerzijds en van de schorsende werking van het verzet tegen eindvonnissen bij verstek anderzijds, bestaat een uitzondering: indien de rechter bij een met bijzondere redenen omklede beslissing anders beveelt (art. 1397 eerste en tweede lid, zoals gewijzigd na Potpourri I):  Een geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een op tegenspraak gewezen eindvonnis waartegen hoger beroep openstaat, kan door de rechter bij met bijzondere redenen omklede beslissing niet vatbaar worden verklaard voor voorlopige tenuitvoerlegging (art. 1397, tweede lid, zoals gewijzigd na Potpourri I): in dat geval heeft het effectief aanwenden van hoger beroep toch nog schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van die beslissing, maar het nog lopen van de termijn om hoger beroep in te stellen niet (vgl. art. 1495 tweede lid in zijn versie vóór en na 1 november 2015).  Een geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een bij verstek gewezen beslissing waartegen verzet openstaat, kan door de rechter vatbaar worden verklaard voor voorlopige tenuitvoerlegging (art. 1495 tweede lid, zoals gewijzigd na Potpourri I). In dat geval hebben noch het (nog) lopen van de termijn om verzet aan te wenden, noch het effectief instellen van dit rechtsmiddel schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de beslissing.

     

  III. Geldsomveroordelingen uitgesproken in zaken na 3 augustus 2017 : Zie: art. 1397, (nieuw) Ger.W. (zoals gewijzigd bij wet van 6 juli 2017, in werking sinds 3 augustus 2017)  Principe: uitvoerbaarheid bij voorraad van een op tegenspraak gewezen eindvonnis, schorsende werking van verzet(stermijn) en van hoger beroep (niet van beroepstermijn) tegen verstekvonnissen in laatste aanleg Een geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een op tegenspraak gewezen eindvonnis waartegen hoger beroep openstaat, kan ten uitvoer worden gelegd. Noch het lopen van de termijn om hoger beroep in te stellen, noch het effectief aanwenden van dit rechtsmiddel heeft schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van die beslissing (art. 1397, eerste lid, zoals gewijzigd door Potpourri V). Een geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een bij verstek gewezen beslissing (ongeacht of het eindvonnis dan wel een beslissing alvorens recht te doen betreft) waartegen verzet openstaat, is niet vatbaar voor tenuitvoerlegging (art. 1495 tweede lid). Dit betreft enkel nog verstekvonnissen die in eerste en laatste aanleg zijn gewezen (art.1047 Ger.W. nieuw). Het lopen van de termijn om verzet in te stellen tegen een verstekvonnis in eerste en laatste aanleg heeft dus schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de beslissing. Het lopen van de termijn van hoger beroep heeft daarentegen geen schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de beslissing (art. 1495, tweede lid). Ook het effectief instellen van verzet (tegen een verstekvonnis in laatste aanleg) en van hoger beroep (tegen een verstekvonnis) heeft schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de bestreden beslissing, tot wanneer over dit rechtsmiddel uitspraak is gedaan (art.1397, tweede lid). Op de principes van de uitvoerbaarheid bij voorraad en niet-schorsende werking van het hoger beroep (tegen eindvonnissen op tegenspraak) enerzijds en van de schorsende werking van het verzet/hoger beroep tegen eindvonnissen bij verstek anderzijds, bestaat een uitzondering: indien de rechter bij een

   met bijzondere redenen omklede beslissing anders beveelt (art. 1397 eerste en tweede lid):  Een geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een op tegenspraak gewezen eindvonnis waartegen hoger beroep openstaat, kan door de rechter – ambtshalve of op verzoek van een van de partijen- uitdrukkelijk niet vatbaar worden verklaard voor voorlopige tenuitvoerlegging (art. 1397, eerste lid): in dat geval heeft het effectief aanwenden van hoger beroep toch nog schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van die beslissing, maar het nog lopen van de termijn om hoger beroep in te stellen niet (vgl. art. 1495 tweede lid in zijn versie vóór en na 1 november 2015).  Een geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een op verstek gewezen beslissing waartegen verzet openstaat (indien in laatste aanleg gewezen), kan door de rechter uitdrukkelijk vatbaar worden verklaard voor voorlopige tenuitvoerlegging (art. 1495 tweede lid). In dat geval hebben noch het (nog) lopen van de termijn om verzet aan te wenden, noch het effectief instellen van dit rechtsmiddel schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de beslissing.

 

  IV . Niet-geldsomveroordelingen uitgesproken in zaken die (in eerste aanleg) aanhangig zijn gemaakt vóór 1 november 2015 Zie: artikelen 1397, 1398, en 1495, tweede lid (oud) Ger.W.  Principe: verzet en hoger beroep hebben een schorsende werking, niet de termijn voor het instellen van dit rechtsmiddel Het uitgangspunt is dat het effectief instellen van gewone rechtsmiddelen – zowel verzet als hoger beroep – de mogelijkheid schorst tot gedwongen tenuitvoerlegging van eindvonnissen (art. 1397), behoudens de uitzonderingen die de wet bepaalt.

   Met andere woorden, het (nog) lopen van de termijn om verzet of hoger beroep in te stellen is niet schorsend op het vlak van de uitvoerbaarheid van de beslissing. Op dit principe bestaat een uitzondering: indien de rechter de voorlopige tenuitvoerlegging van het vonnis toestond op verzoek van de schuldeiser (art. 1398, eerste lid) of wanneer de uitspraak van rechtswege voorlopig ten uitvoer kan worden gelegd (bv. beschikking kort geding): noch het effectief instellen van het gewoon rechtsmiddel van verzet en/of hoger beroep, noch de termijn waarbinnen één van deze gewone rechtsmiddelen kan worden ingesteld, heeft op het vlak van de uitvoerbaarheid van de beslissing een schorsende werking

 


V. Niet-geldsomveroordelingen uitgesproken in zaken die (in eerste aanleg) aanhangig zijn gemaakt na 1 november 2015 Zie: artikelen 1397, 1398 en 1495, tweede lid (zoals gewijzigd door Potpourri I) Ger.W.  Principe uitvoerbaarheid van een op tegenspraak en bij verstek gewezen eindvonnis en schorsende werking van verzet, niet van de verzetstermijn Een niet-geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een op tegenspraak gewezen eindvonnis waartegen hoger beroep openstaat, kan ten uitvoer worden gelegd.

Noch het lopen van de termijn om hoger beroep in te stellen, noch het effectief aanwenden van dit rechtsmiddel heeft schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van die beslissing (art. 1397, tweede lid, zoals gewijzigd door Potpourri I). Een niet-geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een bij verstek gewezen eindvonnis waartegen verzet of hoger beroep openstaat, is ook uitvoerbaar: het lopen van de termijn om verzet/hoger beroep in te stellen heeft als zodanig geen schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van deze beslissing. Daarentegen heeft het effectief instellen van verzet tegen een verstekvonnis schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van het bestreden verstekvonnis tot wanneer over dit verzet uitspraak is gedaan (art. 1397, eerste lid, zoals gewijzigd door Potpourri I). Op deze principes bestaan wel uitzonderingen, indien de rechter bij een met bijzondere redenen omklede beslissing anders beveelt:  Een niet-geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een op tegenspraak gewezen eindvonnis waartegen hoger beroep openstaat, kan door de rechter uitdrukkelijk niet vatbaar worden verklaard voor voorlopige tenuitvoerlegging (art. 1397 tweede lid, zoals gewijzigd door Potpourri I). In dat geval heeft het effectief aanwenden van dit rechtsmiddel schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van die beslissing, maar het lopen van de termijn om hoger beroep in te stellen niet.  Een niet-geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een bij verstek gewezen eindvonnis waartegen verzet openstaat of waartegen nog hoger beroep kan worden ingesteld, kan door de rechter uitdrukkelijk vatbaar worden verklaard voor voorlopige tenuitvoerlegging bij een gemotiveerde beslissing. Niet alleen het lopen van de termijn om verzet/hoger beroep in te stellen heeft in dat geval geen schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van deze beslissing, maar ook het effectief instellen van verzet of hoger beroep heeft dan geen schorsende werking meer op het vlak van de uitvoerbaarheid van de bestreden beslissing tot wanneer over dit rechtsmiddel uitspraak is gedaan



VI. Niet-geldsomveroordelingen uitgesproken na 3 augustus 2017 : Zie: artikelen 1397en 1495, tweede lid (zoals gewijzigd door Potpourri V) Ger.W • Principe: uitvoerbaarheid bij voorraad van een op tegenspraak gewezen eindvonnis, geen schorsende werking van de termijn voor verzet en hoger beroep, wel van verzet en hoger beroep tegen een verstekvonnis (art.1397 juncto art.1495, 2e lid Ger.W.) Een niet-geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een op tegenspraak gewezen eindvonnis waartegen hoger beroep openstaat, kan ten uitvoer worden gelegd. Noch het lopen van de termijn om hoger beroep in te stellen, noch het effectief aanwenden van dit rechtsmiddel heeft schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van die beslissing (art. 1397, eerste lid, zoals gewijzigd door Potpourri V). Een niet-geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een bij verstek gewezen beslissing waartegen verzet (verstekvonnis in laatste aanleg) of hoger beroep openstaat, is vatbaar voor tenuitvoerlegging: het lopen van de termijn om verzet/hoger beroep in te stellen heeft geen schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van deze beslissing (art.1495, 2de lid a contrario). Daarentegen heeft het effectief instellen van verzet en hoger beroep tegen een verstekvonnis schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van de bestreden beslissing tot wanneer over dit verzet uitspraak is gedaan (art. 1397, tweede lid, zoals gewijzigd door Potpourri V). Op deze principes bestaan wel uitzonderingen, indien de rechter bij een met bijzondere redenen omklede beslissing anders beveelt, ambtshalve of op verzoek van een van de partijen:  Een niet-geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een op tegenspraak gewezen eindvonnis waartegen hoger beroep openstaat, kan door de rechter uitdrukkelijk niet vatbaar worden verklaard voor voorlopige tenuitvoerlegging (art. 1397 eerste lid, zoals gewijzigd door Potpourri V).

In dat geval heeft het effectief aanwenden van dit rechtsmiddel schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van die beslissing, maar het lopen van de termijn om hoger beroep in te stellen niet. • Een niet-geldsomveroordeling die het voorwerp uitmaakt van een bij verstek gewezen eindvonnis waartegen verzet openstaat (= verstekvonnis in laatste aanleg) of waartegen nog hoger beroep kan worden ingesteld, kan door de rechter uitdrukkelijk vatbaar worden verklaard voor voorlopige tenuitvoerlegging bij een gemotiveerde beslissing. Niet alleen het lopen van de termijn om verzet/hoger beroep in te stellen heeft in dat geval geen schorsende werking op het vlak van de uitvoerbaarheid van dit beslissing, maar ook het effectief instellen van verzet of hoger beroep heeft dan geen schorsende werking meer op het vlak van de uitvoerbaarheid van de bestreden beslissing tot wanneer over dit rechtsmiddel uitspraak is gedaan.


Share by: